15 maart 2021

CONNECTIE IN DE STAD: EEN PLEIDOOI VOOR DOORDACHTE PUBLIEKE RUIMTES

Eenzaamheid overvalt iedereen wel eens. Onderzoek toont aan dat 90 tot 100% van de bevolking zich wel eens eenzaam voelt. In dit coronajaar geldt dit percentage zeker, en ligt de frequentie mogelijks nog hoger. Maar het nare gevoel heeft zijn functie. Het is onderdeel van onze menselijke overlevingsstrategie. We verhogen onze kansen door samen te blijven en samen te werken. Gevoelens die ons niet lekker zitten, zorgen ervoor dat we in actie schieten om iets aan de situatie te veranderen. 

Niks om je zorgen over te maken dus als het sporadisch voorvalt. Maar 20% van de bevolking ervaart eenzame gevoelens regelmatig, en voor 10% is het een chronische toestand. Ruimtelijke planning en architectuur kunnen soelaas bieden. Niet alleen parken en pleinen, maar ook de manier waarop woningen worden ingepland en met elkaar verbonden, hebben een invloed op onze sociale uitwisseling, en dus ons geluksgevoel.

Gelukkig wordt vandaag bij stadsontwikkeling meer aandacht besteedt aan publieke ruimte. Marlies Maes, Doctor in de Psychologie aan KU Leuven waar ze onderzoek doet naar relaties tussen mensen, juicht dit toe:

‘Je moet het mogelijk maken voor mensen om elkaar te ontmoeten en een veilige omgeving creëren waarin connectie vorm kan krijgen. Dan ga je isolatie preventief aanpakken, in plaats van de wonde te stelpen. Eenzaamheid kan namelijk een negatieve impact op onze mentale gezondheid hebben in de vorm van depressie of angsten. Ook fysiek kunnen klachten zoals hoofdpijn, buikpijn en slapeloosheid de kop opsteken.’

Ook CORES laat die kansen niet liggen. Woonproject Øslo in Gent biedt bijvoorbeeld co-renting aan: drie duplexappartementen met elk drie slaapkamers van gelijkwaardige grootte en eigen badkamer, en op het gelijkvloers de gedeelde leefruimte, keuken en terras. Deze woonformule drukt kosten, maar vooral de sociale meerwaarde is enorm zonder in te boeten aan comfort of levensstijl.

Bij het ontwerp van onze gebouwen is het sociale aspect ingebakken, zonder dat het over een uitgesproken vorm van cohousing hoeft te gaan. Om die 100% urban happiness te bereiken rekenen we op de expertise van alle betrokken partijen. De ervaring van onze architecturale partners speelt een cruciale rol.   

Tom Ryckaert, projectarchitect en partner bij Stéphane Beel Architects, beklemtoont bijvoorbeeld het belang van de kwaliteit van de gedeelde ruimte bij eender welke vorm van cohousing:

‘De absolute vereiste voor het goed functioneren van het systeem is dat de collectieve ruimte waardevol en toegankelijk genoeg is. Zo voelt iedereen zich daadwerkelijk eigenaar, wordt ze maximaal gebruikt en ook onderhouden. Je mag het dus niet als een bijkomstigheid beschouwen. Daarvoor moet je als architect van bij het begin de ruimtes mee opnemen in het plan en op zoek naar een evenwicht tussen haalbaarheid en betaalbaarheid.’

Dit artikel verscheen in het CORESmagazine. Vraag jouw gratis exemplaar aan.