20 augustus 2013

HUREN OF TOCH BETER KOPEN?

Frédéric De Pauw: “Een belangrijk verschil tussen huren en kopen is de lage instapdrempel van de eerste optie. Om te huren moet je slechts een huurwaarborg van twee maanden kunnen voorleggen, om te kopen moet je rekening houden met registratierechten, BTW en notariskosten, en moet je soms al een deel van de aankoopsom kunnen voorleggen aan de bank. Er is dus een verschil in bereikbaarheid.

Wie huurt, hoeft geen rekening te houden met onverwachte herstellingskosten: die zijn voor rekening van de eigenaar. Hoewel ik dat wil nuanceren, want wie een nieuwbouwwoning koopt, hoeft de eerste 20 à 25 jaar ook geen rekening te houden met zware investeringen of kosten.

Huren geeft ook een enorme flexibiliteit op belangrijke momenten in het leven. Bij het veranderen van job, aangaan of stuklopen van een relatie of gezinsuitbreiding bijvoorbeeld, kan je op redelijk korte termijn je woonsituatie veranderen. Omgekeerd geniet je als huurder echter nooit absolute woonzekerheid; je bent geen baas over eigen bakstenen. Kopen geeft dus een veel grotere zekerheid op dat gebied.

In België bestaan er bovendien alleen fiscale voordelen voor de eigenaar: er vallen geen fiscale cadeautjes te rapen voor de huurder. Voor kopers geldt vanaf 2014 een nieuwe Vlaamse regeling, maar volgens de huidige federale regeling komt het voor de eigenaars van een eerste woning toch op ongeveer €100 netto fiscaal voordeel per maand, per koper – voor de eerste tien jaar.

Op lange termijn is het grote voordeel van het aankopen van een woning het feit dat het maandelijks afbetalen van een lening voor de eigenaar een vorm is van verplicht en ongemerkt sparen. Een afbetaald huis is nog altijd het beste pensioenplan. Zeker in België, waar de wettelijke pensioenen vrij laag liggen, geeft het een aanzienlijk verschil of je op 65-jarige leeftijd nog rekening moet houden met een woonkost of niet. Als appel voor de dorst kan een eigendom dus tellen.”